Een stoffilter filtert de lucht op deeltjes. Het beschermt niet tegen dampen. Een stoffilter kan de vorm hebben van een wegwerp stofmasker of verwisselbare filter. Er zijn verschillende beschermingsniveaus, van licht (1) tot hoog (3). Het beschermingsniveau wordt aangeduid met een code die afhankelijk is van het type gelaatbeschermingsmiddel, maar altijd eindigt met het nummer dat het beschermingsniveau aanduidt.
Wanneer een stofmasker alleen neus en mond beschermt, spreken we van een kwartmasker. Met een halfmasker wordt ook de kin bedekt. Er zijn stofmaskers waaraan carbon is toegevoegd, dat tegen geuren beschermt.
Een stoffilter beschermt tegen:
Een stoffilter beschermt niet tegen dampen. Dampen ontstaan door een reactie van hete metalen en zuurstof. Zo ontstaan tijdens het lassen ijzeroxide en andere metaaldampen.
Enkele typen stofmaskers en filters.
Stoffilters, of het nu om een mondkapje gaat of om verwisselbare filters, kennen vier beschermingsniveaus. Deze worden aangegeven met een codering: P0 t/m P3. P staat voor 'Particles'. De klasse wordt bepaald door de mate waarin de verontreiniging van buiten naar binnen wordt tegengehouden. De meest eenvoudige stoffilters zijn de bekende 'snuitjes'. Deze beschermen alleen tegen grof en ongevaarlijk stof. Door de beperkte bescherming spreekt men ook wel van ‘keienvangers’.
Bovenstaande beschermingsaanduidingen worden gebruikt aan het einde van de beschermingscode, die verschilt per type adembeschermingsmiddel. De gebruikte letters voor het P-nummer komen van de Engelse beschrijving van het beschermingsmiddel:
Deze codes verschillen niet zomaar; de beschermingsfactor verschilt namelijk:
FFP < FMP < THP < TMP. Bij kortdurende blootstelling, tot 30 minuten, zullen FFP 2 en 3 vaak voldoende zijn. Bij een blootstelling vanaf een uur is vaak een THP3 of TMP3 nodig.
Een extra codering geeft aan of de filter alleen tegen stofdeeltjes beschermt of ook tegen vloeistofdeeltjes.
Een onderhoudsvrij stofmasker wordt na gebruik weggegooid. Een kwartmasker bedekt neus en mond, een halmasker daarbij ook de kin. Een stofmasker kan worden gevouwen of is voorgevormd Cup-model). Een buigzame neusklem kan de afdichting langs de neus bevorderen. Een stofmasker kan een uitademventiel bevatten. De voordelen van een ventiel:
Enkele onderhoudsvrije stofmaskers.
De grenswaarde is de maximaal toegestane concentratie van een stof in de lucht. De verhouding tussen de concentratie stof in en buiten het masker wordt de nominale protectiefactor genoemd. Hoe hoger deze factor, hoe meer bescherming het masker biedt. Deze factor wordt echter in het laboratorium vastgesteld. In de praktijk valt de bescherming echter lager uit, zeker wanneer er sprake is van gezichtsbeharing e.d.
In werksituaties wordt de keuze voor adembescherming bepaald door de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie).
Gezichtsbeharing kan de het goed afsluiten van een masker verhinderen.
Afhankelijke adembescherming
Onafhankelijke gelaatsbescherming
PBM, uitrusting en materiaal
Kennis en vaardigheden
Verzekeringen voor zelfstandigen