Functies van leeflijnen

Er zijn veel typen leeflijnen/veiligheidslijnen. Dit komt omdat leeflijnen diverse functies kunnen hebben bij het werken op hoogte. Daarnaast zijn er speciale lijnen voor bepaalde activiteiten, zoals bv. reddingswerk vanuit een helikopter. Een leeflijn kan geschikt zijn voor een van de volgende functies of een combinatie daarvan:

  • Verankering;
  • Werkplaatsbeperking;
  • Werkpositionering;
  • Valbeveiliging.

Toepassen van leeflijnen

Men kan zich met een leeflijn eenvoudig verankeren door deze ergens omheen te doen, bv, om een boom of steigerpaal. Een niet instelbare leeflijn, dus met een vaste lengte, kan hiervoor handig zijn. Maar ook een instelbare leeflijn (gele lijn links op de afbeelding) kan hiervoor worden gebruikt. Er zijn ook speciale stalen leeflijnen voor activiteiten als zoals zagen en slijpen, zodat de lijn niet kan worden doorgesneden.

Een tijdelijke horizontale leeflijn kan bv. op een dak als anker dienen. Doordat de gebruiker langs de lijn kan bewegen, heeft deze ook de functie van werkpositionering. Op de afbeelding is de gebruiker met een valbeveiligingssysteem verbonden met een lijn die aan de horizontale leeflijn is gekoppeld. De gebruiker kan zo het hele dak bestrijken.

Verankering en werkpositionering met leeflijnen.

In beide situaties is sprake van verankering en werkpositionering m.b.v. een leeflijn.

Werkplaatsbeperking wordt toegepast in het horizontale vlak, bv. op een plat dak. De lijn is daarbij korter dan de afstand van de gebruiker tot de rand van het werkgebied, zodat er geen valgevaar bestaat. Hiervoor kunnen zowel statische als instelbare leeflijnen worden gebruikt.


De afbeelding hieronder bevat verschillende toepassingen van leeflijnen:

  1. Werkplaatsbeperking
    Door gebruik van een mobiele verankering en een statische leeflijn kan de gebruiker niet over de rand vallen.
  2. Werkpositionering en verankering
    De gebruiker is met een instelbare leeflijn gekoppeld aan een tijdelijke horizontale leeflijn, die als verankering dient.
  3. Werkpositionering
    De gebruiker kan zich positioneren met een instelbare leeflijn. Deze is verbonden met inbindingspunten aan de zijkant van de klimgordel. Voor werkpositionering mogen alleen de inbindpunten aan buik en zijkant worden gebruikt. Omdat in deze situatie sprake is van valrisico, is ook valbeveiliging aanwezig met een aparte lijn en een ASAP die blokkeert bij een val. Dit valstopapparaat is met een korte riem verbonden met het borstpunt van de klimgordel. Ook het rugpunt van een klimgordel is geschikt voor valbeveiliging. Op deze afbeelding bevindt het valstopapparaat zich tussen de benen van de gebruiker, die wellicht aan het klimmen is. Wanneer hij aan het werk is, dient dit apparaat zich een stuk hoger op de verticale lijn te bevinden, zodat de gebruiker niet eerst een stuk naar beneden valt voordat de valbeveiliger zijn werk kan doen.
  4. Leeflijn met schokabsorber.
    Deze leeflijn kan de schok van een val absorberen en is met een steigerhaak aan de verankering verbonden. Hoe lager het ankerpunt t.o.v. de gebruiker, hoe sterker het absorberend vermogen van de leeflijn moet zijn. Dit heet de valfactor. In fig.3 wordt dit verduidelijkt.

Toepassingen van diverse typen leeflijnen.

Toepassingen van diverse typen leeflijnen.


De valfactor

Valfactor.

Valfactor


Bevestiging lijn aan klimgordel

Wanneer een lijn alleen voor werkpositionering wordt toegepast, is deze aan de klimgordel verbonden via de inbindingspunten op buik of heupen. Wanneer de lijn alleen of ook dient voor valbeveiliging, mogen alleen de inbindpunten op de borst of rug worden gebruikt.

  1. De gebruiker is via het inbindingspunt op de rug gekoppeld aan een verticale kabel d.m.v. een korte leeflijn met schokabsorber en een ASAP valbeveiliging, die blokkeert bij een val. De positioneringslijn is gekoppeld aan het inbindingspunt op de buik. De lijn is instelbaar zodat de gebruiker zich in de gewenste positie kan brengen.
  2. De gebruiker is via het inbindingspunt op de rug gekoppeld aan een horizontale leeflijn. Deze functioneert als anker en geeft de gebruiker ook de gelegenheid om zich langs de lijn te bewegen. De ASAP valbeveiliger glijdt daarbij over de lijn. Ook hier is een schokabsorber met het valbeveiligingsapparaat verbonden.

Werkpositionering en valbeveiliging met gebruik van de juiste inbindpunten.

Fig.4 Werkpositionering en valbeveiliging met gebruik van de juiste inbindpunten.


belangrijk

  • Een leeflijn mag niet langer zijn dan 2 meter, inclusief alle verbindingselementen;
  • Controleer de leeflijn voor elk gebruik en gooi deze weg bij beschadiging of slijtage;
  • Leeflijnenkunnen van binnen een kleur hebben die bij slijtage zichtbaar wordt.

werkpositionering met leeflijn

Vaardigheden vereist

Voor het gebruik van klimtechnieken en werken op hoogte is een juiste kennis en beheersing van materialen en technieken wettelijk verplicht.

Safetyfreaks zorgt voor uw veiligheid met gedegen cursussen op diverse niveau’s:

  • Basis
  • Gevorderden
  • Redding

Keuring en onderhoud

Het is wettelijk verplicht om klimmateriaal jaarlijks te laten keuren door een gecertificeerd bedrijf. Ook na een val dient materiaal weer gekeurd te worden.

Safetyfreaks is hierin gespecialiseerd en zorgt ook voor de registratie.

Safety Freaks - wel zo safe!

PBM, uitrusting en materiaal

Kennis en vaardigheden

Verzekeringen voor zelfstandigen