Klimgordels

Er zijn allerlei soorten harnassen voor werken op hoogte, ook wel aangeduid als full body harnas, klimharnas of zitgordel. Deze soorten hebben verschillende functies en zijn vaak bedoeld zijn voor verschillende activiteiten. De basisfuncties zijn:

• Werkpositionering. Hiervoor gebruik je een harnas of zitgordel met inbindpunten bij heupen en buik;
• Valbeveiliging. Deze valgordel heeft hogere inbindpunten, op borst en rug;
• Zowel werkpostionering als valbeveiliging. Een dergelijk full body harnas bevat alle inbindpunten.

Harnassen verschillen op basis van functie en activiteit waarvoor ze zijn bedoeld. Specifieke activiteiten zoals rope access, moeilijke toegang, redding/evacuatie en werken in bomen zijn van invloed op de keuze van het harnas.

Typen harnassen

Het belangrijkste onderscheid is tussen werkpositionering en valbeveiliging. Een klimharnas of zitgordel is kleiner en geschikt voor werkpositionering. Voor valbeveiliging wordt een antivalharnas gebruikt, dat, afhankelijk van het type, ook heel geschikt kan zijn voor werkpositionering. Antivalfunctionaliteit kan ook worden bereikt door een borstgordel aan te sluiten op een zitgordel.

Klimharnas, antivalharnas en borstgordel.

Inbindpunten van een harnas

Harnassen hebben diverse inbindpunten waaraan lijnen, gereedschap en apparaten kunnen worden bevestigd. Deze punten spelen een grote rol bij het verschil tussen werkpositionering en valbeveiliging. De inbindpunten aan het bovenste deel van de gordel zijn bedoeld voor valbebeiliging, de onderste punten voor werkpositionering.

• Dorsaal: rug
  Bedoeld voor valbeveiliging.
• Sternaal: borst
  Bedoeld voor valbeveiliging.
• Ventraal: buik
  Bedoeld voor werkpositionering.
• Lateraal: heupen
  Bedoeld voor werkpositionering.

De functies van de inbindpunten mogen nooit worden verwisseld.

Inbindingspunten voor verschillende functies.

Op de afbeelding hieronder is te zien hoe men in een harnas kan werken.

1. Via de inbindingspunten is de ASAP valbeveiling verbonden met de borst en de afdaler met de buik.
2. Hier is sprake van werkpositionering. De lijn is verbonden met het inbindingspunt bij de buik.

Valbeveiliging en werkpositionering

1. Correcte bevestiging positioneringslijn en veiligheidslijn.
2. Verkeerde wijzen van bevestiging.

Verbindingen met lijnen.

---

Bevestiging lijn bij tweedelig harnas

Een borstgordel wordt gebruikt in combinatie met een klimharnas. Deze worden aan elkaar gekoppeld met behulp van een karabiner. val- en positioneringslijnen dienen correct te worden bevestigd aan het juiste inbindpunt en niet aan de karabiner.

1. Koppeling bostgordel aan klimharnas met karabiner.
2. Correcte bevestiging veiligheidslijn sternaal.
3. Correcte bevestiging lijn ventraal.
4. Een lijn mag niet aan de karabiner worden gekoppeld die beide gordels verbindt.
5. Hier zijn niet alleen de gordels niet gekoppeld, maar is de lijn ook noet bevestigd aan het sternale punt.
6. Correcte sternale verbinding, maar er is geen koppeling met de zitgordel.

Gebruik van borstgordel en klimharnas.